Hierna hoorde ik in de hemel een geweldige stem als van een grote menigte zeggen:
‘Halleluja! De redding, de eer en de macht zijn van onze God, want Zijn vonnis is betrouwbaar en rechtvaardig. Hij heeft immers de grote hoer, die door haar ontucht de wereld in het verderf heeft gestort, veroordeeld en het bloed van Zijn dienaren op haar gewroken.’ Opnieuw zeiden ze:
‘Halleluja! Haar rook stijgt op tot in eeuwigheid.’ De vierentwintig oudsten en de vier wezens wierpen zich neer voor God, die op de troon zit, en aanbaden Hem met de woorden:
‘Amen! Halleluja!’ Vanaf de troon klonk een stem, die zei:
‘Loof onze God! Laat al Zijn dienaren die ontzag voor Hem hebben, jong en oud, Hem loven!’ Toen hoorde ik iets als een stem van een grote menigte, van geweldige watermassa’s en van krachtige donderslagen zeggen:
‘Halleluja! De Heer, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap op zich genomen. Laten we blij zijn en jubelen, laten we Hem de eer geven! Want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn bruid staat klaar. Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen.’ Want dit linnen staat voor al het goede dat gedaan is door de heiligen.
Toen zei hij tegen mij:
‘Schrijf op:
“Gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal van het Lam zijn uitgenodigd.”’ En hij vervolgde:
‘Wat God hier zegt, is betrouwbaar.’ Ik wierp me aan zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei:
‘Doe dat niet! Ik ben een dienaar zoals jij en zoals je broeders en zusters die van Jezus getuigen. Je moet God aanbidden.’ Want getuigen van Jezus is profeteren.